Join thousands of book lovers
Sign up to our newsletter and receive discounts and inspiration for your next reading experience.
By signing up, you agree to our Privacy Policy.You can, at any time, unsubscribe from our newsletters.
Verpleegkundigen staan dicht bij mensen. Inlevingsvermogen en mensenkennis zijn onmisbaar voor goede observaties, klinisch redeneren of voor het kunnen geven van steun. Hoe herken je als verpleegkundige diversiteit en hoe geef je dat een goede plek in je handelen? Dit boek maakt de complexiteit van het onderwerp `diversiteit¿ zichtbaar en biedt tegelijkertijd handvatten. Het boek laat zien hoe belangrijk de dialoog met patiënten is en hoe een verpleegkundige kennis over groepskenmerken kan combineren met het oog hebben voor unieke eigenschappen. Op het eerste oog homogene groepen patiënten kunnen veel diversiteit bevatten. De auteurs benaderen het onderwerp `diversiteit¿ vanuit verschillende perspectieven. De complexiteit van het onderwerp wordt hierdoor goed zichtbaar. Dat diversiteit centraal staat in dit boek is niet alleen te zien aan de titel, maar ook aan de diversiteit in de opbouw van hoofdstukken. Elk hoofdstuk kan op zichzelf gelezen worden. Drie hoofdstukken zijn in de Engelse taal geschreven. Niet alleen de opbouw en de taal van de hoofdstukken is divers, maar ook de auteurs zelf verschillen in leeftijd, geslacht, gezinssituatie, opleiding (verpleegkunde, culturele antropologie, sociologie, etc.) en woonplaats (Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië, Amerika).
Om op professionele en verantwoorde wijze verpleegkundige zorg te kunnen verlenen moet een hböverpleegkundige beschikken over gedegen kennis van de interne geneeskunde. In het boek Interne geneeskunde worden de belangrijkste aspecten van de interne geneeskunde beschreven vanuit verpleegkundig perspectief. Er is aandacht voor kennis, maar ook voor vaardigheden en attitude. De zorgsituaties (met daarbinnen omschreven verpleegsituaties) staan daarbij steeds centraal.Het klinisch redeneren om een verantwoorde diagnose te stellen was vroeger met name het terrein van de arts. De laatste jaren is het inzicht ontstaan dat ook verpleegkundigen dit altijd al deden. Het werd alleen anders benoemd. Hoofdstuk 1 behandelt daarom het klinisch redeneren vanuit een verpleegkundig oogpunt. In de overige hoofdstukken komen de voornaamste onderwerpen uit de interne geneeskunde aan de orde: infectieziekten, reumatische ziekten, bloed, bloedvaten en hart, longziekten, spijsvertering, nieren en urinewegen, en het hormonaal stelsel. Het basiswerk Interne geneeskunde volgt het gelijknamige boek uit de BGO¿reeks op.
Basisverpleegkunde geeft een systematisch overzicht van alle facetten van de basiszorg: de meest omvangrijke zorgverlening in de gezondheidszorg. Het boek behandelt de verschillende rollen van de verpleegkundige bij het verlenen van de basiszorg. Daarbij zijn de gezondheidspatronen van Gordon als uitgangspunt genomen. Elk hoofdstuk in Basisverpleegkunde is opgebouwd volgens de fasen van het methodisch systematisch handelen van de verpleegkundige. Na een algemene oriëntatie op het gezondheidspatroon is er ruime aandacht voor het verzamelen van gegevens, verpleegkundige diagnosen en verpleegproblemen, beoogde resultaten, interventies en evaluatie. Het boek bevat daarbij handige verwijzingen naar de verschillende domeinen van het verpleegkundig handelen, zoals de beroepscontext, het plannen van verpleegkundige zorg, preventie en GVO, coördinatie en continuïteit en kwaliteitszorg. Verder worden er illustratieve voorbeelden van evidence¿based verplegen en diverse best practices gegeven. Tot slot zijn in het laatste hoofdstuk de integrale aspecten van de basiszorg gebundeld. Basisverpleegkunde biedt de lezer een compleet basispakket aan kennis en vaardigheden over basiszorg. Bovendien is aan elk hoofdstuk een literatuurlijst toegevoegd, voor verdere verdieping.
Verpleegkundige zorg is gericht op het verlichten van de last van ziekte. Als verpleegkundige leer je in de eerste plaats goed en gericht observeren. Welke klachten en gedragingen presenteert de patiënt? Wat zie je? Je leert verschijnselen te herkennen en te interpreteren, zodat je bij de uitoefening van je beroep op de juiste wijze kunt reageren. Daarvoor is gedegen theoretische en praktische kennis nodig van de anatomie, fysiologie en ziekteleer.In het basiswerk Algemene ziekteleer worden de belangrijkste verschijnselen en complicaties van ziektes behandeld. Het eerste deel is algemeen van karakter en behandelt ziektekunde en geneeskunde, gezondheid, ziekte en ziekteverloop, medische microbiologie, immunologie en oncologie. In het tweede deel staat het klinisch observeren centraal. Aan bod komen onder andere veranderingen en afwijkingen aan de huid, cyanose, het spijsverteringskanaal, neurologische symptomen en slaapstoornissen. Algemene ziekteleer sluit aan op het basiswerk Anatomie en fysiologie, waarin de basis wordt gelegd voor een goed begrip van de ziekteleer. Dit boek volgt Algemene ziekteleer uit de BGO-reeks op.Dit boek volgt Algemene ziekteleer uit de BGO-reeks op.
In het basiswerk Pathologie worden de pathologische verschijnselen verklaard vanuit de fysiologie. De student leert de verschijnselen en complicaties van ziekten te herkennen, te interpreteren en er adequaat op te reageren. Daarnaast wordt uitvoerig ingegaan op de werking en bijwerkingen van verschillende soorten medicatie om deze te kunnen herkennen en interpreteren.Het basiswerk Pathologie is zorgvuldig afgestemd op Medische fysiologie en anatomie. Het boek biedt de student (en de al afgestudeerde beroepsbeoefenaar) een gedegen basiskennis. De opbouw van het boek ondersteunt het proces waarbij eigen observaties en interpretaties worden gekoppeld aan de medische kennis. Studenten leren zo te beredeneren welke stappen genomen moeten worden in het verpleegkundig handelen.
Verloskunde, kindergeneeskunde en gynaecologie behandelt de anatomie en fysiologie van de voortplanting, de fysiologie van de zwangerschap, bevalling en kraambedperiode en de pathologie hiervan. Het laatste deel gaat over de gynaecologie. De verschijnselen en complicaties worden vanuit de fysiologie verklaard, waardoor de verpleegkundige beter observeert en beredeneert welke verpleegkundige interventies nodig zijn.
Een groot deel van de verpleegkundigen in opleiding gaat na hun studie werken in de algemene gezondheidszorg (AGZ). Aankomend verpleegkundigen moeten zich daarom vooraf goed verdiepen in de complexe medische en verpleegkundige problemen van patiënten die opgenomen zijn in het algemeen ziekenhuis. In de beroepspraktijk zal de verpleegkundige patiënten tegenkomen met ziekten die ernstige lichamelijke, emotionele en sociale gevolgen hebben. Niet alleen inzicht in de directe complicaties en gevolgen van de ziekte is nodig, maar vooral zal de beginnend verpleegkundige moeten leren omgaan met de gevolgen, beperkingen en leefregels die de ziekte en behandeling met zich meebrengen. In dit boek komen verschillende aspecten aan bod zoals het werken als verpleegkundige in het ziekenhuis, de verschillende medische en paramedische hulpverleners, de verschillende verpleegkundige functies en kwaliteitszorg. Na een algemeen gedeelte gaan de hoofdstukken over het operatietraject met de preoperatieve zorg, de operatiefase en de postoperatieve fase. Aparte hoofdstukken zijn gewijd aan wonden en wondverzorging, pijn en pijnbestrijding, oncologie en palliatieve zorg. Een vervolg op dit boek is De verpleegkundige in de AGZ: specialistische verpleegkundige zorg. Hierin wordt de klinische verpleegkundige zorg beschreven van patiënten met ziekten van de verschillende orgaansystemen.
Sign up to our newsletter and receive discounts and inspiration for your next reading experience.
By signing up, you agree to our Privacy Policy.