Join thousands of book lovers
Sign up to our newsletter and receive discounts and inspiration for your next reading experience.
By signing up, you agree to our Privacy Policy.You can, at any time, unsubscribe from our newsletters.
Het Informatorium voor voeding en dietetiek is een systematisch naslagwerk met alles wat men moet weten op het gebied van voeding en dietetiek.
Agressief en zelfdestructief gedrag stelt menig ouder, leraar en hulpverlener voor een dilemma. Of het nu gaat om geweld, woede-uitbarstingen, liegen, stelen of om extreme angst, dwang, schoolverzuim of internetverslaving, met regelmaat wordt gepleit voor een 'hardere' aanpak, maar escalatie ligt op de loer. Een effectief alternatief is te vinden in de basisprincipes van 'geweldloos verzet' waarin vastberaden verzet (zonder dreigen en straffen) en positieve aanwezigheid (zonder toegeven) worden gecombineerd. Gesteund door hun netwerk leren gezagsdragers om zowel hun gezag als de relatie met het kind op een positieve manier te herstellen. Van (on)macht naar kracht! Dit boek opent met een bespreking van Gandhi's methode van geweldloos verzet en de toepassing daarvan binnen de context van het gezin. Inzicht in escalatieprocessen tussen opvoeders en kinderen kan helpen bij het voorkomen daarvan. Het boek bevat een praktische handleiding met heldere en concrete instructies voor ouders. Daarmee kunnen zij de principes van geweldloos verzet direct in praktijk brengen. Verder wordt aandacht besteed aan specifieke thema's als geweld tegen broers en zusjes, kinderen die het gezin 'terroriseren', het belang van samenwerking tussen ouders en leerkrachten en de toepassing van geweldloos verzet in de gemeenschap. Deze tweede druk bevat een geheel herziene handleiding met enkele nieuwe interventies. Nieuw is ook de bijlage met een aangepaste handleiding voor gezinnen met kinderen en/of opvoeders met een verstandelijke beperking. Het boek is geschreven voor therapeuten, hulpverleners en opvoeders die in werk of gezin geconfronteerd worden met gewelddadig en zelfdestructief gedrag van kinderen. Het biedt inzicht in processen die dit gedrag in stand houden en praktische handvatten voor het doorbreken hiervan. De auteur Haim Omer is hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Tel Aviv, Israel. Eliane Wiebenga is klinisch psycholoogpsychotherapeut in het Lorentzhuis, centrum voor systeemtherapie, opleiding en consultatie te Haarlem.
Dementie is een hersenziekte. De hersenproblemen hebben grote invloed op wat iemand nog kan en in hoeverre communicatie mogelijk is. Hulpverleners en mantelzorgers moeten in de dagelijkse omgang hun gedrag steeds opnieuw aanpassen. Zij krijgen daarbij begeleiding en ondersteuning van psychologen, artsen, casemanagers en andere professionals voor wie dit boek is bedoeld. Een basale kennis van hersenstructuren en de werking van de hersenen is van groot belang en helpt het gedrag van iemand met dementie te begrijpen. Brede en toepasbare inzichten over (on)gewone veroudering, de gelaagdheid van de hersenen en daaraan verbonden mentale functies, de levensloop, dementievormen en benaderwijzen van mensen met dementie komen in dit boek aan bod. Daarnaast is er aandacht voor methodieken in de hulpverlening, zoals het probleemgericht en reflectief overleg, besluitvorming bij dilemma's, en het Crisis Ontwikkelings Model (COM).Uit deze brede waaier aan onderwerpen kunnen professionals putten om te adviseren over de begeleiding. Niet meer, maar beslist ook niet minder. Zowel beknopte als meer uitgebreide casusbeschrijvingen bieden handvatten om de basisprincipes van de begeleiding in de eigen gevarieerde praktijk toe te passen. De auteurs zijn beiden reeds lange tijd werkzaam in de ouderenzorg. Ronald Geelen is psycholoog bij Thebe Breda. Van zijn hand verschenen verscheidene boeken en honderden artikelen in vaktijdschriften. Bekend zijn onder meer Dementiezorg in de praktijk (2 delen, verschenen bij Bohn Stafleu van Loghum) en Het komt wel goed (Perspectief Uitgevers). Zijn eerste boek Dementie: verhalen en goede raad is eveneens verschenen bij Bohn Stafleu van Loghum. Hans van Dam is docent en schrijver, gespecialiseerd in hersenletsel en ethische dilemma's. Hij is voor zijn publicaties meermalen onderscheiden. Beide auteurs zijn consulent voor het Centrum voor Consultatie en Expertise.
Dit boek is voor jou bestemd als je meer dan 5 kilo gewicht wil verliezen en - je voor de eerste keer gaat lijnen- je al vaker hebt gelijnd en weer op je oude gewicht bent teruggekomen of zelfs zwaarder bent geworden- je zoekt naar een manier om je gewicht blijvend omlaag te brengenDe inzichten die ik, als ervaren ditist en docent voedingsleer, eerst met je wil delen zijn: Lijnen op wilskracht alleen werkt nietEen goede voorbereiding is heel belangrijkKennis is krachtMet kleine veranderingen boek je groot succesVerander alleen iets als je er echt aan toe bentDeze inzichten vormen de sleutel tot succes en de basis voor dit boek. De rest van het boek bestaat uit 46 onderwerpen. Elk onderwerp is een stap op weg naar blijvend gewichtsverlies. Dit lijken misschien veel stappen, maar er zijn dan ook veel verschillende factoren die een rol spelen bij overgewicht en lijnen.
Now, based on the apoB algorithm, that is outlined and illustrated in this book, family physicians as well as cardiologists, endocrinologists and internists will be able to easily and accurately identify and treat these disorders.The apoB dyslipoproteinemias are major common causes of vascular disease. But until now, accurate diagnosis has not been possible. With just total cholesterol, triglycerides and apoB, all the apoB dyslipoproteinemias, with the exception of elevated Lp(a), can be identified using the apoB algorithm. The apoB app, which incorporates this algorithm, is available from both Apple and Android and is free.
De seksuele carriere van Nederlandse en Vlaamse jongeren.- Eerste geslachtsgemeenschap op jonge leeftijd: hoe wordt dit beleefd en wat be¿nvloedt deze beleving?.- Vroeg seksueel debuut in Nederland: een longitudinale studie naar de rol van individuele kenmerken, opvoeding en leeftijdgenoten.- De rol van persoonlijkheid in de ontwikkeling van seksueel gedrag van adolescenten.- De beleving van liefde en seks: een momentopname uit het dagelijkse leven van een adolescent.- Ontwikkelingstrajecten in en voorspellers voor het gebruik van seksueel expliciet internetmateriaal.- De effecten van aantrekkelijkheid en sociale status op de datingvoorkeur van heteroseksuele adolescenten: een experimentele studie.- De rol van seksuele aantrekking tot hetzelfde geslacht en gender non-conformiteit in relaties van adolescenten met leeftijdgenoten.- Andere cultuur, andere grens? Jongeren en seksueel grensoverschrijdend gedrag.- Seksuele gezondheid in de (dag)klinische jeugd-ggz.- Seksuele gezondheidsbevordering van jongeren in Nederland.
Voor veel mensen is sport onderdeel geworden van het dagelijks leven. Sporten heeft veel voordelen: fysieke inspanning vormt een goede compensatie van een passieve leefstijl. Daar staat echter tegenover dat in bepaalde takken van sport gemakkelijk blessures ontstaan. Bij 'bovenhandse sporten' zoals tennis, volleybal en zwemmen bestaat er risico op overbelasting van de schouder. Bij contactsporten zoals voetbal, ijshockey en rugby ziet men eerder schouderletsels door traumata. Schouderblessures worden dan ook regelmatig onderzocht en behandeld in de huisartsen- en fysiotherapiepraktijk.Dit boek beschrijft orthopedische casuistiek van veelvoorkomende sportblessures van de schouder. Besproken worden onder andere: glenohumerale instabiliteit, de schouderluxatie, labrumletsels, acromioclaviculaire bandletsels, spierscheuren en contusies.Zoals gebruikelijk in de boekenreeks van Orthopedische Casuistiek wordt ieder onderwerp besproken aan de hand van patientencasuistiekuit de dagelijkse praktijk.De tekst is rijk geillustreerd met educatieve tekeningen en foto's. De bijlagen achterin het boek tonen handige overzichten van testen en oefeningen die van belang zijn bij het onderzoek en de behandeling van de schouder.
Slecht nieuws krijgen is niet leuk, slecht nieuws vertellen ook niet. Maar dat mag geen excuus zijn om mensen met een verstandelijke beperking informatie te onthouden over belangrijke gebeurtenissen in hun leven. Het kan gaan om familieleden die overlijden, begeleiders die ergens anders gaan werken, ziekte in het eigen lichaam of gewoon een vakantie die niet doorgaat. De vraag is: hoe vertel je dit aan mensen die een ander begripsvermogen hebben en vaak een minder ontwikkeld tijdsbesef? En wie moet het eigenlijk vertellen?Irene Tuffrey-Wijne ontwikkelde een leidraad die ze onder andere baseerde op de ervaringen van ruim honderd mensen met en zonder verstandelijke beperking die deelnamen aan haar onderzoek. Ze laat zien hoe je belangrijke informatie begrijpelijk kunt maken door haar op te delen in kleine stukjes, waarbij je bewust kunt kiezen wanneer je wat vertelt. Ze vindt het belangrijk dat alle mensen die een rol spelen in het leven van iemand met een verstandelijke beperking betrokken worden bij de situatie. En ze wijst erop dat er onder hen mensen kunnen zijn die zelf ook getroffen worden door het slechte nieuws, bijvoorbeeld als een gezamenlijke ouder overlijdt. De ondersteuning zou zich daarom ook op hen moeten richten.Tuffrey-Wijne is een Engelse onderzoeker die in Nederland opgroeide en haar loopbaan begon als verpleegkundige. Deze Nederlandse editie van haar boek is niet alleen een vertaling van de oorspronkelijke Engelstalige, maar is ook aangepast aan de Nederlandse situatie.
In Nederland worden veel initiatieven ontwikkeld om de opleiding tot klinisch onderzoeker verder te professionaliseren. Methodologie en regelgeving, ook nationaal, worden steeds complexer waardoor het doen van trials een steeds professionelere activiteit wordt. De tijden dat een arts-assistent naast zijn klinische werk nog een klinische studie erbij deed zijn definitief voorbij. Alleszins reden om een Nederlandstalig handboek over dit onderwerp uit te geven.Dit Handboek farmaceutische geneeskunde probeert op een beknopte wijze enkele van de meest relevante zaken rondom clinical trials te verhelderen. De systematische benadering draagt bij tot inzicht in het complete beeld van het geneesmiddel, zowel op gebied van mensgebonden onderzoek, als op het terrein van wet- en regelgeving en kwaliteit.
De elleboog verbindt de bovenarm met de onderarm. Buiging van de arm zorgt ervoor dat we de hand in de richting van het hoofd en de schouder kunnen bewegen. Activiteiten als eten, haren kammen,tanden poetsen en dergelijke zouden onmogelijk zijn zonder de scharnierfunctie van de elleboog. Dit boek behandelt de meest voorkomende vormen van pathologie van elleboog en onderarm. Er wordt onder andere aandacht besteed aan de tennis- en golferselleboog, bursitis, het compartimentsyndroom, myositis ossifi cans, elleboogprothesen, zenuwcompressie, de bicepspeesruptuur, de radiuskopfractuur, osteochondrosis dissecans en de werperselleboog. Zoals gebruikelijk in de boekenreeks van Orthopedische Casuïstiek wordt ieder onderwerp besproken aan de hand van patiëntencasuïstiek uit de dagelijkse praktijk. Recente wetenschappelijke inzichten komen aan bod in addenda die volgen op de patiëntencasus. De tekst is rijk geïllustreerd met educatieve tekeningen en fotos. De bijlagen achterin het boek tonen allerlei handige overzichten van onder andere het functieonderzoek van de elleboog, toegevoegde tests, de innervatie van de arm en concrete oefeningen. Het boek is in het bijzonder bestemd voor fysiotherapeuten, kinesitherapeuten, oefentherapeuten,huisartsen en orthopeden.
De tandarts krijgt steeds vaker te maken met medisch gecompromitteerde patiënten. Ziekten en geneesmiddelen kunnen de mondgezondheid en het tandheelkundig behandelplan ernstig beïnvloeden. Daarom is kennis over ziektebeelden van groot belang voor de tandarts.In Algemene ziekteleer voor tandartsen beschrijft een groot aantal deskundigen op heldere wijze de huidige kennis over ziektebeelden op onder andere het terrein van inwendige geneeskunde, neurologie en oogziekten. Ziektebeelden waarbij orale klinische verschijnselen kunnen optreden of die invloed hebben op het tandheelkundig behandelplan staan hierbij centraal.Deze derde, herziene druk van Algemene ziekteleer voor tandartsen is volledig aangepast aan de nieuwste tandheelkundige en medische inzichten. De hoofdstukindeling is grotendeels gelijk gebleven. De inhoud is volledig geactualiseerd en het hoofdstuk over huidaandoeningen is geheel gewijzigd. Het boek is een actueel naslagwerk en daarom onmisbaar in de algemene tandartspraktijk. Ook voor studenten tandheelkunde is het boek erg nuttig ter voorbereiding op de algemeen medische aspecten van hun toekomstige werk.
Het boek wijst de weg in het onderzoeken, beoordelen, behandelen en adviseren van mensen die een teennagel- aandoening hebben. Het werk geeft meer inzicht in nagel- problematiek om zo een adequate behandeling en een deskundig advies te geven.
Het zijn roerige tijden in de zorg, het welzijn en maatschappelijke dienstverlening. De zorg voor burgers in kwetsbare posities zou nauwelijks meer op te brengen zijn, of ze nu ziek zijn, in de bijstand verkeren, of tot over hun nek in de schulden zitten. Er vinden grootscheepse herzieningen plaats in de grote zorgsystemen: de AWBZ, de jeugdzorg, het speciaal onderwijs en beschutte arbeid. Telkens weer wordt er veel verwacht van de sociaal werker in de frontlinie. Zij hebben de opdracht kwetsbare burgers 'in hun kracht' te zetten en moeten bovendien de veerkracht van de samenleving als geheel versterken. Zij moeten steeds meer van alle markten thuis zijn, generalistisch werken. Er zijn verschillende ideeën over welke professional dit moet zijn: de wijkverpleegkundige moet terug! Buurtzorg! De wijkcoach! De generalist! Dat er iets moet gebeuren zal niemand ontkennen, maar de vraag is welke professionals dit waar kunnen maken, en hoe?De generalist. De sociale professional aan de basis schetst concepten rondom de generalist die ontwikkeld worden samen met de tien deelnemende instellingen aan het programma Sociaal Werk in de Wijk. Portretten van negentien 'brede' en buitengewoon ervaren sociaal werkers worden afgewisseld met reflecties (intermezzo's) die de dagelijkse praktijk illustreren: wat heeft een generalist in zijn mars? Wat kan hij zelf, wat moet hij overlaten? In het laatste hoofdstuk komen de consequenties voor de beroepspraktijk en voor de opleiding aan bod. De generalist is bedoeld voor beleidsmakers, maatschappelijke organisaties en professionals die aan de slag moeten met vraagstukken rond generalisten en specialisten, sociale teams, een nieuw evenwicht tussen hulpverlening en samenlevingsopbouw, tussen het oplossen van problemen en het benutten van de kracht in de samenleving. Zij vinden inspirerende verhalen uit de praktijk en concepten waarmee zij hun beleid, de beroepspraktijk en de opleidingen voor sociaal werk kunnen voeden.
Triage is het door de doktersassistent beoordelen van de urgentie van de hulpvraag. Dat wil zeggen dat de doktersassistent beoordeelt met hoeveel spoed een patiënt door een arts gezien moet worden. Vervolgens bepaalt de doktersassistent wat er moet gebeuren: naar de huisarts, al dan niet met spoed, of zelf advies geven. Of, als dat zo afgesproken is, de ambulance waarschuwen en vervoer naar de spoedeisende hulp regelen.Deze tweede druk van Medische achtergronden bij triage is aangepast aan de Nederlandse Triage Standaard (NTS) en aan de NHG-TriageWijzer (voorheen NHG-TelefoonWijzer). Het boek benadert de triage vanuit de praktijk van alledag. De meeste klachten waarvoor patiënten contact opnemen met de huisartsenpraktijk, vereisen geen spoedeisende hulp. Maar áls er sprake is van een spoedgeval, moet juist dan de triage goed worden uitgevoerd. Het ABCDE-denken, het werken met toestandsbeelden in plaats van diagnoses en andere inzichten uit de traumatologie bieden daarvoor goede handvatten. Deze benaderingen zijn in dit boek opgenomen.
Dit is alweer de tiende druk van Helder rapporteren, met afstand al jaren de meest veelzijdige en complete handleiding voor een ieder die een scriptie of rapport moet schrijven. Rijk geïllustreerd en vol praktische tips. Voor onderwijs en praktijk.Wat kun je van deze sterk geactualiseerde herdruk van Helder rapporteren verwachten? Antwoord op de volgende vragen: ¿ Hoe zorg ik voor een duidelijke en haalbare onderzoeks- en schrijfopdracht?¿ Waar en hoe vind ik in de bibliotheek/mediatheek en op internet relevante en betrouwbare informatie over mijn onderwerp?¿ Op welke wijze verwerk ik de door mij gebruikte literatuur?¿ Welke mogelijkheden zijn er om mijn tekst in te delen? Waarin verschilt een scriptie daarin van een rapport uit de praktijk?¿ Wat zet ik in mijn voorwoord, samenvatting, inleiding en conclusie?¿ Waarop moet ik letten als ik een begrijpelijke, aantrekkelijke en correcte tekst wil schrijven?¿ Met welke middelen geef ik mijn tekst een functionele en aantrekkelijke vormgeving?¿ Wanneer kies ik voor een tabel, een grafiek of een schematische voorstelling? Hoe zet ik die vervolgens op?In deze druk wordt extra aandacht besteed aan onderwerpen die scriptieschrijvers in de praktijk de meeste problemen opleveren. Het formuleren van de probleemstelling en de invulling van samenvatting, inleiding, methode, resultaten, discussie, conclusies en aanbevelingen. Daarnaast is er meer aandacht voor het opsporen, beoordelen en verwerken van literatuurgegevens.
Veel fysiologische en pathologische functies in het lichaam worden beïnvloed door biologische verschillen tussen de beide seksen. Mannen en vrouwen verschillen in patronen van klachten, ziekte, metabolisme en reageren vaak verschillend op behandelingen. Met name binnen de cardiologie zijn er veel genderverschillen. Kennis hiervan is van belang voor een goede patiëntenzorg. Cardiovasculaire ziekten (CVZ) zijn niet alleen in Nederland, maar ook wereldwijd de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen. Dit wordt in de praktijk nog vaak onderschat. Vrouwen uiten hun klachten anders dan mannen en de aanvullende diagnostiek heeft meer valkuilen. De obstetrische voorgeschiedenis kan al op jonge leeftijd wijzen op een verhoogd risico voor CVZ. De menopauze is een keerpunt in een vrouwenleven en een belangrijke levensfase voor het nemen van adequate preventieve maatregelen voor een gezonde oude dag. De afgelopen twee decennia is de internationale belangstelling voor genderspecifieke zorg en onderzoek binnen de cardiologie sterk toegenomen en er is veel voortschrijdend inzicht op dit terrein. Handboek gynaecardiologie biedt de meest recente kennis over vrouwspecifieke aspecten van de cardiologische zorg die relevant is voor zowel de eerste als de tweede lijn.
Sign up to our newsletter and receive discounts and inspiration for your next reading experience.
By signing up, you agree to our Privacy Policy.