Join thousands of book lovers
Sign up to our newsletter and receive discounts and inspiration for your next reading experience.
By signing up, you agree to our Privacy Policy.You can, at any time, unsubscribe from our newsletters.
Werken met groepen is uitdagend. Het vereist, naast kennis en ervaring, veel improvisatie en creativiteit van de begeleiders om de juiste interventies te plegen. Oefeningenboek voor groepen beschrijft honderdvijftig kortdurende oefeningen. Via een zoeksysteem kan eenvoudig die oefening gekozen worden die het beste aansluit bij het doel, het proces, de cultuur en de sfeer van de groep op een bepaald moment. De indices achter in het boek en het zoeksysteem op de bijbehorende website helpen daarbij. De website bevat bovendien alle oefeningen en printbare versies van onder andere scoringslijsten, tekeningen en fotös. Bij een aantal oefeningen is extra voorbeeldmateriaal opgenomen van rolomschrijvingen en situatieschetsen. Oefeningen met een ingesproken instructie zijn direct te gebruiken in de groep. Verder bevat de website muziek ter ondersteuning van een aantal oefeningen. Dit boek wil het werken met groepen eenvoudiger, effectiever en plezieriger maken.
Hoe herken je de behoeftes van een puber? Hoe kom je hierover met hem of haar in gesprek? Hoe kun je je als volwassene werkelijk verbinden met pubers op een manier die hun helpt in hun groei naar volwassenheid? Hierover gaat Pubers van nu. Het boek biedt praktische handvatten, tips en wetenswaardigheden, ook voor contacten met pubers met een niet-westerse achtergrond. Iedereen kan met dit boek direct aan de slag.Pubergedrag leidt vaak tot vragen en soms ook tot problemen. Veel van dit gedrag is te verklaren uit de ontwikkelingen die puberhersenen doormaken: tijdens de puberteit is bijvoorbeeld het gebied in de hersenen dat emoties reguleert nog volop in ontwikkeling. Dit is een van de factoren die de puberteit tot een heftige periode in het leven kunnen maken.Voor een evenwichtige ontwikkeling van pubers is het belangrijk dat zij begeleid en ondersteund worden door volwassenen. Dit vraagt van volwassenen dat ze zich verdiepen in pubers: hoe denken zij? Hoe ervaren pubers de wereld om hen heen? Om deze vragen te kunnen beantwoorden, zullen veel volwassenen bovendien - in het besef dat puberhersenen anders werken - hun eigen denkkaders moeten loslaten.Dit boek is geschreven voor iedereen die met pubers werkt en omgaat: zowel professionals in de jeugdhulpverlening en het onderwijs, als ouders. Verder biedt dit boek ook vele handvatten voor politie, justitie, vervoersbedrijven, de middenstand en bedrijven waar pubers stagelopen of vakantiewerk doen.
Je bibbers de baas is een training om faalangst bij kinderen van 9 tot 12 jaar te verminderen. Faalangst is een vorm van angst die je in je greep krijgt als je iets moet presteren. Faalangst is altijd gekoppeld aan iets wat moet, van jezelf of van een ander. Die angst werkt belemmerend, soms zelfs verlammend. De vrees om te mislukken bepaalt volledig het denken.Gebleken is dat het overgrote deel van de kinderen die aan deze trainingen deelgenomen hebben, er ook echt baat bij hadden. Direct na de training was er al sprake van minder angst. Ook in het voortgezet onderwijs was dit effect nog goed merkbaar. Kinderen met andere vormen van angst bleken eveneens baat te hebben bij deze training. Deze handleiding is in feite een draaiboek, dat stap-voor-stap weergeeft wat op welk moment van de trainers verwacht wordt. Elke trainer kan er direct mee aan de slag. Alle benodigde materialen zijn bijgevoegd of zijn te downloaden via www.bsl.nl/faalangst. Voor de kinderen die deze training volgen, is er een speciaal werkboek, waarmee ze ook thuis kunnen oefenen.Je bibbers de baas is een gestructureerde handleiding bij een faalangsttraining die gegeven kan worden door orthopedagogen, kinderpsychologen, gedragstherapeuten of psychotherapeuten. Daarnaast kan er een rol weggelegd zijn voor de leerkracht/Intern Begeleider als tweede trainer. Deze training is gebaseerd op de cognitieve gedragstherapie.Je bibbers de baas is een gestructureerde handleiding bij een faalangsttraining die gegeven kan worden door orthopedagogen, kinderpsychologen, gedragstherapeuten of psychotherapeuten. Daarnaast kan er een rol weggelegd zijn voor de leerkracht/Intern Begeleider als tweede trainer. Deze training is gebaseerd op de cognitieve gedragstherapie.
Circa twintig jaar geleden werd EMDR (Eye Movement Desensitisation and Reprocessing) ontwikkeld als behandelvorm voor Post Traumatische Stress Stoornissen (PTSS ). Na aanvankelijke scepsis is EMDR inmiddels opgenomen in (inter)nationale richtlijnen voor de behandeling van PTSS en wordt het ook bij veel andere klachtengebieden toegepast.Uit de praktijk: In Casusboek EMDR beschrijven 25 Nederlandse therapeuten aansprekende voorbeelden uit hun praktijk waarbij zij EMDR succesvol gebruikten. Daarmee gunnen zij de lezer een kijkje in de keuken van hun praktijk en nemen zij iets van het mysterie rond deze behandelmethode weg. De ervaringen van de beschreven cliënten tonen niet alleen de effectiviteit van EMDR aan, maar ook de efficiëntie van deze therapievorm.Op de dvd bij dit boek is tevens te zien hoe een therapiesessie verloopt en geven EMDR-therapeuten informatie over deze therapievorm.Wat is EMDR?EMDR is een effectieve en efficiënte methode die snel resultaten boekt, weinig dropouts kent en relatief mild is voor de patiënt. De praktijkvoorbeelden illustreren wat EMDR is: een protocollaire methode die volstrekt afwijkt van andere behandelvormen. De auteurs leggen daarom eerst uit wat EMDR is en volgen de ontwikkeling van deze therapie vanaf het begin.
Schematherapie mag zich in een groeiende populariteit verheugen. Deze integratieve therapie combineert methoden en technieken uit vele scholen in een model dat zowel aansluit bij wetenschappelijk onderzoek als herkenbaar is voor patienten en therapeuten.Het Handboek klinische schematherapie maakt een vertaalslag van het oorspronkelijke individuele ambulante behandelmodel naar (dag)klinische schematherapie. De auteurs tonen op heldere wijze hoe een (dag)klinisch schematherapieprogramma opgezet kan worden, waarbij niet alleen de inhoud maar ook de organisatie en de context van zo'n programma aan bod komen. In het handboek wordt voor de integratie van het gehele programma, milieu en context in het schematherapiemodel gekozen. Hierdoor worden gemeenschappelijke taal, onderlinge afstemming en synergie bewerkstelligd.Het bijbehorende Werkboek klinische schematherapie is bedoeld voor de patient en biedt een essentiele ondersteuning van de behandeling.
SOS! Hulp voor ouders reikt praktische handvatten aan om ongewenst gedrag van kinderen te veranderen. Het gaat hierbij om vaardigheden, procedures en strategieen die direct toegepast kunnen worden, en waarvan in de alledaagse opvoedpraktijk is bewezen dat ze effectief zijn. Ouders krijgen met deze stap-voor-stapmethode meer zelfvertrouwen. Bijna altijd is na enkele weken al verbetering merkbaar; de sfeer in het gezin wordt meer ontspannen en het kind blijer en gelukkiger.
Sinds het verschijnen van de Richtlijn diagnostiek en farmacologische behandeling van dementie in 2005 zijn er veel ontwikkelingen gaande op het gebied van onderzoek, diagnostiek en behandeling van dementie. Het accent is meer komen te liggen op een benadering vanuit de pathologie en minder op de syndroomdiagnose.Oordelen over zogenoemde anti-alzheimermiddelen worden voortaan wetenschappelijk onderbouwd, er worden steeds meer niet-farmacologische interventies ontwikkeld en er is meer aandacht voor de behandeling en zorg van patiënten.Deze en andere ontwikkelingen hebben geleid tot dit Handboek dementie. Het is een compleet boek, dat uitgebreid aandacht besteedt aan het interdisciplinaire karakter van de zorg rondom dementie. Dit handboek bestaat uit vier delen: algemene aspecten, diagnostiek, behandeling en beleid en ziektebeelden. Mede door deze overzichtelijke indeling komen alle onderwerpen goed tot hun recht en worden ze in het juiste perspectief geplaatst. Daarnaast is alle informatie zodanig gepresenteerd, dat de informatie goed bruikbaar in de praktijk is.Handboek dementie is een aanrader voor alle professionals die in hun dagelijks werk met dementie in aanraking komen: huisartsen, medisch specialisten, klinisch geriaters, internisten-ouderengeneeskunde, ouderenpsychiaters en specialisten ouderengeneeskunde, klinisch (neuro)psychologen, (psycho)gerontologen en verpleegkundigen.Daarnaast is het boek uitermate geschikt voor studenten geneeskunde en psychologie, alsmede voor studenten van een van bovengenoemde specialismen.
Een wereldwijd aandachtspunt Jeugdhulpverleners hebben te maken met kwetsbare kinderen die - sico lopen, waarvan sommigen beschadigd zullen raken, of dat al zijn, enkelen zullen onvermijdelijk sterven. Het werk wordt uitgevoerd in een omgeving waarin de samenleving, de media, politici en anderen al gauw klaar staan met kritiek op een in hun ogen verkeerd oordeel of onjuiste aanpak. Medewerkers van de jeugdzorg krijgen regelmatig de wind van voren - omdat ze wel ingrijpen of omdat ze niet ingrijpen. Zodoende zijn de meeste hulpverleners in eerste instantie geneigd zo veel mogelijk de leiding te nemen als zij met potentieel gevoelige si- aties geconfronteerd worden. Maar of het nu gaat om maatschappelijk werkers, politiemensen, artsen of rechters, wanneer zij de touwtjes in handen nemen, hebben zij dan een totaaloverzicht van wat er mis is in dat individuele geval? Hebben zij alle antwoorden op het probleem? Is het niet belangrijk om een deel van de controle uit handen te geven door zorgvuldig te luisteren naar de betrokken familie en ouders? Kunnen we er niet naar streven om een werkrelatie met de ouders op te bouwen en daarmee de veiligheid voor het kind te vergroten? Als hulpverleners in de kinderbescherming in hun werk weinig of zelfs geen aandacht hebben voor de opvattingen en behoeften van het - trokken gezin en de ouders, dan wordt aan een fundamentele voor- derstelling van dit boek voorbijgegaan en zal het hier gepresenteerde materiaal waarschijnlijk niet erg aanslaan.
Patiënten binnen de verslavingszorg hebben vaak ook andere psychiatrische stoornissen. De combinatie posttraumatische stress-stoornis (PTSS) en verslaving is daar een voorbeeld van.De methode Seeking Safety is gericht op het terugwinnen van veiligheid, zowel in het kader van PTSS als bij verslavingsproblematiek. Seeking Safety is geschikt om flexibel ingezet te worden, zowel voor een individuele als voor een groepsbehandeling. In dit boek worden 25 behandelonderwerpen besproken. Bij alle onderwerpen wordt de link gelegd tussen PTSS en verslaving.Dit behandelboek met informatie en materiaal voor de therapeut bevat een cd-rom waarop printbare hand-outs voor de patiënt zijn opgenomen.Seeking Safety is bedoeld voor hulpverleners, zoals psychologen, psychotherapeuten en maatschappelijk werkers, werkzaam binnen de verslavingszorg en de algemene GGZ.Seeking Safety is bedoeld voor hulpverleners, zoals psychologen, psychotherapeuten en maatschappelijk werkers, werkzaam binnen de verslavingszorg en de algemene GGZ.Lisa M. Najavits, PhD, is Professor of Psychiatry aan de Boston University School of Medicine, en Lectureraan de Harvard Medical School (Harvard University) in Boston, Massachusetts. Het boek van Najavits is geschikt gemaakt voor de Nederlandse situatie.
Een twaalfjarige jongen die school zo vies vindt dat hij zijn kleren dagelijks wast en zijn schoolspullen niet zonder handschoenen aanpakt. Een zestienjarig meisje dat pas wat kan doen als zij een goede gedachte heeft, en daarom maar vaak niets doet. Een negenjarige jongen die alles drie keer moet aanraken en daar vrijwel de hele dag mee bezig is.Deze voorbeelden van de dwangstoornis of obsessieve compulsieve stoornis maken duidelijk hoe ingrijpend de angsten en rituelen van deze stoornis kunnen zijn. Niet alleen voor de betrokkene, maar ook voor ouders, broertjes en zusjes. Voor een therapeut is de behandeling van een dwangstoornis vaak een moeizame weg, met veel hobbels en struikelblokken.Dat cognitieve gedragstherapie, eventueel met medicatie, de bewezen effectieve behandeling voor een dwangstoornis is, is bekend. Toch is die informatie voor de meeste therapeuten niet voldoende. In de dagelijkse praktijk stuiten zij op vele vragen: Hoe pas je exposure en responspreventie toe en welke mogelijkheden zijn er voor cognitieve therapie? Wanneer is medicatie geindiceerd en wat te doen met een kind of jongere die de afgesproken oefeningen niet uitvoert?Dr. Else de Haan en drs. Lidewij Wolters bieden in dit praktische boek informatie over de dwangstoornis en over behandelmogelijkheden. Aan de hand van verhelderende voorbeelden bespreken zij de verschillende technieken die bij exposure en responspreventie en bij cognitieve therapie kunnen worden toegepast. Er wordt aandacht besteed aan problemen tijdens de behandeling en mogelijke oplossingen daarvoor. Ook ouders en hoe zij bij de behandeling betrokken kunnen worden, hebben een plaats in dit boek. In het protocol wordt de behandeling sessie per sessie beschreven. Kinderen kunnen tijdens de therapie aan de slag met het bijbehorende werkboek Bedwing je dwang.Dit boek is verschenen in de Kind en Adolescent Praktijkreeks. Abonnees van de Kind en Adolescent Praktijkreeks ontvangen 15% korting op de afzonderljke delen van de praktijkreeks.
Werken met groepen is gebaseerd op het ervaringsfeit dat psychotherapeutische groepsbehandelingen grote voordelen bieden boven individuele behandelingen. Voor de meeste stoornissen is groepsbehandeling even effectief. En bovendien leren cliënten hier niet alleen hun stoornis de baas te worden, maar ook hoe ze hierbij constructief met anderen kunnen samenwerken.In dit boek, dat deel uit maakt van de reeks Werken met groepen worden gedragstherapeutische en psychodynamische kernmethodieken zoals ze in de groep gebruikt worden helder en toegankelijk beschreven. Steeds staat de vraag centraal met welke groepsprocessen je te maken kunt krijgen.
Metacognitieve therapie bij gegeneraliseerde angst is een protocol voor hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg, die patienten met een gegeneraliseerde angststoornis (GAS) behandelen.Het protocol is gebaseerd op de metacognitieve therapie (MCT). MCT richt zich op de manier waarop mensen over hun gepieker nadenken. Dit in tegenstelling tot standaard cognitieve gedragstherapieprogramma's voor patienten met een GAS, die zich richten op het onderzoeken van de inhoud van het piekeren. MCT is een veelbelovende behandeling voor patienten met een GAS.Metacognitieve therapie bij gegeneraliseerde angst is bedoeld voor psychologen, psychotherapeuten, psychiaters en andere hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg, die patienten met een gegeneraliseerde angststoornis (GAS) behandelen.Bij het boek is ook een werkboek verkrijgbaar. Het werkboek 'Stop met piekeren' (isbn97890313)wordt gebruikt naast een behandeling metacognitieve gedragstherapie. Het bevat informatie, formulieren en uitleg die de client tijdens de behandeling nodig heeft.Bij het boek is ook een werkboek verkrijgbaar. Het werkboek 'Stop met piekeren' (isbn97890313)wordt gebruikt naast een behandeling metacognitieve gedragstherapie. Het bevat informatie, formulieren en uitleg die de client tijdens de behandeling nodig heeft.Metacognitieve therapie bij gegeneraliseerde angst is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Elk deel geeft een sessiegewijze omschrijving van de behandeling van een specifieke psychische aandoening weer en bevat een dvd met beelden van therapiesessies. De theorie is beknopt en berust op wetenschappelijke evidentie. Protocollen voor de GGZ is bedoeld voor psychologen, psychotherapeuten, psychiaters en andere hulpverleners.
Evidence-based tandheelkunde - een inleiding, de eerste Nederlandstalige uitgave over dit actuele onderwerp, stelt zowel studenten als professionals in staat zich een beeld van deze specifieke beroepsmethodiek te vormen. Wie nog niet vertrouwd is met de evidence-based benadering van tandheelkunde en het belang daarvan voor de praktijk, doet met dit boek als introductie de juiste keuze. Met tandheelkundige literatuur als uitgangspunt vormen diverse hoofdstukken een leidraad voor interpretatie van publicaties. Uiteraard staat de tandheelkunde steeds centraal in zowel het onderwerp van de publicatie als de onderzoeksopzet.Elk hoofdstuk is identiek opgezet en nodigt uit tot systematisch lezen en interpreteren van wetenschappelijke literatuur en commerciële productinformatie. Evidence-based tandheelkunde vormt hierdoor een onmisbaar instrument voor het juist interpreteren van onderzoekspublicaties en de implicaties hiervan voor de tandartspraktijk.In dit boek vindt u: - wetenschappelijke publicaties die als praktisch voorbeeld worden besproken;- een uiteenzetting van veel voorkomende onderzoeksvormen in de tandheelkunde;- uitleg van basisconcepten en kernbegrippen uit statistiek en epidemiologie;- aanwijzingen voor beoordeling van de onderzoeksvraag, onderzoeksopzet, sterke en zwakke punten van een onderzoek en de klinische relevantie daarvan;- tabellen, kaders en figuren die de kern van de informatie tonen; praktische schema's die de lezer kan gebruiken of overnemen voor analyse van wetenschappelijk onderzoek.Het boek is bestemd voor tandarten en studenten tandheelkunde.
De praktijkvorm waarin de tandarts met één enkele assistente werkt verliest terrein. In razend snel tempo ontstaan er allerlei praktijkvormen met meerdere medewerkers. Door deze veranderingen in organisatievormen en organisatiegrootte in tandartsenpraktijken nemen nut en noodzaak van gestructureerd leidinggeven toe.Tandartsen worden vaak niet opgeleid om leiding te geven aan hun personeel. Bijna elke beginnende tandarts moet zelf uitvinden hoe hij het beste met zijn assistente kan omgaan. Vaak loopt het proces van leidinggeven goed, maar soms ook niet en dan heeft iedere betrokkene, tandarts en assistente, daar last van. Het boek De tandarts aan de leiding gaat in op deze problematiek en biedt tandartsen handvatten.De tandarts aan de leiding gaat over leidinggeven: de functionele interactie tussen een leidinggevende en een medewerker. In het theoretische perspectief zijn bestaande theorieën op het gebied van leidinggeven opnieuw geordend en samengevat. Daarnaast wordt ingegaan op het leidinggeven in de praktijk.Het uitgangspunt voor het boek vormen de trainingen die de auteur heeft gegeven aan tandartsen en de reactie van de deelnemers.De tandarts aan de leiding is geschreven voor tandartsen en tandheelkundestudenten.
Mentaliseren is het kunnen begrijpen van je eigen gedrag en dat van anderen in termen van gedachten, wensen, gevoelens en ideeën. Het vermogen tot mentaliseren wordt in de jeugdjaren ontwikkeld en is cruciaal bij het aangaan van constructieve en intieme relaties. Mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis beschikken in de regel over een gebrekkige mentalisatiefunctie. Daardoor hebben ze last hebben van emotionele schommelingen, ze zijn impulsief en ondervinden problemen op het interpersoonlijke en sociale vlak.Mentaliseren bij de borderline persoonlijkheidsstoornis is een praktische uitwerking van het succesvolle boek 'Psychotherapy for borderline personality disorder'. Op een begrijpelijke, toegankelijke en theoretisch onderbouwde wijze beschrijven Fonagy en Bateman de klinische praktijk. De beginnende hulpverlener kan de strategieën en technieken herkennen en leren toe te passen. Maar ook de meer ervaren clinicus treft in dit boek voldoende theorie aan om de meest effectieve therapie bij deze populatie in de dagelijkse praktijk te integreren.Deze gids bevat naast een uitgebreide beschrijving van de mentalisatietechnieken veel klinische voorbeelden en stap¿voor¿stap adviezen voor de diagnostiek van mentalisatie en interpersoonlijke relaties. Daarnaast biedt het een overzicht van veelgestelde vragen en de bijbehorende antwoorden, evenals een checklist voor gebruik bij de klinische beoordeling van mentalisatie.
Voor (chronisch) zieke kinderen is een goed inspanningsvermogen een onmisbare voorwaarde om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk leven. Bewegingsprogramma's nemen hierdoor een steeds belangrijkere plaats in binnen de zorg voor chronisch zieke kinderen en jongeren. Bewegingsprogramma's zijn vooral gericht op het verbeteren van functionele capaciteiten.In Inspanningsfysiologie bij kinderen gaan de auteurs uitgebreid in op inspanningsfysiologie en training bij kinderen en jongeren. In het eerste gedeelte van het boek worden de basisbegrippen uit de pediatrische inspanningsfysiologie besproken. Het tweede gedeelte behandelt de meest voorkomende chronische ziekten en aandoeningen bij kinderen aan bod. De auteurs geven hierbij aan wat fitheid en training voor kinderen met zo'n chronische aandoening kunnen betekenen.
Veilige en gevarieerde voeding is niet alleen een voorwaarde voor een gezond bestaan, maar eten en drinken zijn ook onderdeel van veel sociale activiteiten. Moeizaam eten, knoeien of verlies van speeksel kunnen patiënten en hun gezelschap gemakkelijk in verlegenheid brengen.Dit praktijkgerichte boek behandelt de zorg voor mensen met een orofaryngeale slikstoornis, ontstaan door een neurologische aandoening, tumor of andere beschadiging van structuren in hoofd of hals. Hierbij wordt aandacht besteed aan actuele definities, oorzaken en gevolgen, diagnostiek en behandeling. Daarnaast worden voeding, mondverzorging en ethische aspecten van kauw¿ en slikstoornissen behandeld.
Beperkingen van de motoriek bij kinderen kunnen van heel verschillende aard zijn en door verschillende soorten stoornissen worden veroorzaakt Het tonusonderzoek bij kinderen is in de afgelopen jaren verder ontwikkeld en beschreven. In deze tweede druk van Tonusonderzoek bij kinderen worden de vier meest bekende tonusmetingen beschreven.Aan de hand van foto's wordt uitleg gegeven over uitgangshouding en uitvoering van de verschillende tonusonderzoeken. De vier geselecteerde meetinstrumenten zijn: Modified Ashworth Scale. Tardieu Scale, de SPAT (SPAsticity Test) en het bewerkte tonusonderzoek volgens Amiel Tison.Het tonusonderzoek vormt een onderdeel van de uitgebreide motorische diagnostiek die voorafgaat aan een behandeling. Zonder een gericht onderzoek en een goede probleemanalyse kan er immers geen goede behandeling plaatsvinden. Het is aan de onderzoekers en behandelaars om een keuze te maken in de meest geschikte methode van tonusonderzoek, afhankelijk van de vraagstelling en doelstelling.
In communicatie kan veel misgaan. Miscommunicatie is extra vervelend in de relatie tussen hulpvrager en hulpverlener, waarin immers persoonlijke en indringende themäs aan de orde komen. Hoe meer eenduidigheid er bestaat over hulpvraag, doel en mogelijkheden, hoe vruchtbaarder en effectiever de samenwerking tussen hulpvrager en hulpverlener zal zijn.Om deze reden is het Dialoogmodel ontwikkeld. Hiermee kunnen binnen een hulpverleningsrelatie de onderlinge communicatie en samenwerking worden verbeterd. Het model biedt een krachtige ondersteuning bij het bereiken van een werkbare overeenstemming over probleemdefiniëring, verwachtingen en doelen van behandeling.Aan de hand van veel praktijkvoorbeelden - het praktisch gebruik staat centraal in dit boek - wordt geillustreerd hoe de hulpverlener met het Dialoogmodel diagnostische gegevens en behandelingsopties overzichtelijk kan ordenen en bespreken. Het proces kan van begin tot eind worden `geregeld¿: van aanmelding tot aan evaluatie van de behandeling.
Jengelen, niet luisteren en boze buien horen bij jonge kinderen. Maar als uw 3-jarige dochtertje niet ophoudt met krijsen omdat zij geen tv meer mag kijken, wat is dan verstandig om te doen? Hoe te reageren als uw 5-jarig zoontje zijn jongere zusje een duw heeft gegeven, nadat ze zijn speelgoed heeft afgepakt? En als u uw zoontje naar de gang stuurt omdat hij zijn zusje heeft geslagen, maar hij komt steeds de woonkamer weer in, wat moet u dan? Wat kunt u doen als uw kind zich misdraagt in de supermarkt? Hoe kunnen kinderen geholpen worden beter met boosheid om te gaan? En hoe kunnen ouders de sociale vaardigheden van hun kinderen helpen vergroten in het samenspelen met andere kinderen?In Pittige jaren geeft Carolyn Webster-Stratton antwoord op deze vragen. Het zijn inderdaad pittige jaren, de tijd waarin ouders kinderen in de leeftijd van 2 tot 8 jaar opvoeden. Pittig in de zin van soms zwaar en heftig, maar ook in de zin van levendig, vol met voorvallen waar ouders later met vertedering op terugkijken, of hartelijk om kunnen lachen, Bij het bespreken van de problemen maakt klinisch psycholoog Carolyn Webster-Stratton gebruik van meer dan 25 jaar ervaring in het werken met ouders van jonge kinderen. Zij geeft niet alleen oplossingen, maar licht ook op een heel praktische manier de achtergrond toe van de gewenste aanpak.Pittige jaren is geschreven vanuit de unieke combinatie van een rijke praktijkervaring met een grondige kennis van de wetenschappelijke achtergrond van opvoeden. Voor menig ouder zal dit boek een veilige en wijze gids zijn bij het oplossen van opvoedingsproblemen.Ouders over Pittige jaren:"e;Hij is rustiger, liever en denkt nu ook aan anderen. Maar het komt niet vanzelf, je moet er wel iets voor doen"e;"e;Een praktische manier om als opvoeders samen aan de slag te gaan."e;"e;Elke dag spelen met je kind maakt een wereld van verschil: het zorgt voor een stevige basis en vertrouwen in elkaar."e;
Handboek jeugdzorg (in twee delen) biedt een gedegen overzicht van alle relevante aspecten van de jeugdzorg: achtergronden, doelgroepen en de dagelijkse praktijk. Gekozen is voor een breed werkveld ¿ breder dan de hulp die in het kader van de Wet op de Jeugdzorg wordt geboden ¿ ook jeugdbeschermingsmaatregelen, de geestelijke gezondheidszorg en het preventieve en opvoedingsondersteunende aanbod komen in dit handboek aan de orde. Ieder hoofdstuk is geschreven door een auteur die op dat terrein gezaghebbend is.Dit deel (deel 2) van Handboek jeugdzorg gaat over de dagelijkse uitvoeringspraktijk van de jeugdzorg. Methodieken en zorgprogramma's staan hierin centraal. Onderdeel A belicht de preventie; onderdeel B gaat over zorg en gezag. Alle hoofdstukken van onderdeel C hebben betrekking op zorgprogramma"s voor kinderen of jongeren die (deels) niet meer thuis verblijven. Onderdeel D bespreekt methodieken en programma"s waarbij het accent ligt op de begeleiding in het dagelijks leven. Deel 2 wordt afgesloten met onderdeel E, dat gaat over therapeutische methodieken die vaak in de jeugdzorg worden toegepast.Deel 1 behandelt de achtergronden en doelgroepen in de jeugdzorg.
Handboek jeugdzorg (in twee delen) biedt een gedegen overzicht van alle relevante aspecten van de jeugdzorg: achtergronden, doelgroepen en de dagelijkse praktijk. Gekozen is voor een breed werkveld ¿ breder dan de hulp die in het kader van de Wet op de Jeugdzorg wordt geboden ¿ ook jeugdbeschermingsmaatregelen, de geestelijke gezondheidszorg en het preventieve en opvoedingsondersteunende aanbod komen in dit handboek aan de orde. Ieder hoofdstuk is geschreven door een auteur die op dat terrein gezaghebbend is.Dit deel (deel 1) 'Stromingen en specifieke doelgroepen' gaat over de achtergronden en doelgroepen in de jeugdzorg. Onderdeel A schetst de historische achtergrond van de jeugdzorg. Inzicht in de huidige ontwikkelingen is namelijk alleen goed mogelijk als ze geplaatst worden in een historisch kader. Onderdeel B behandelt de verschillende theoretische stromingen die ten grondslag liggen aan de jeugdzorg. Onderdeel C ten slotte beschrijft vijftien specifieke doelgroepen, die in het werkveld aan een aparte benadering onderworpen worden.Deel 2 gaat over de dagelijkse uitvoeringspraktijk van de jeugdzorg. Methodieken en zorgprogramma"s staan hierin centraal.
Door de omslag naar vraagsturing en outputfinanciering wordt een bedrijfsmatig aangestuurde en uitgevoerde zorgverlening steeds belangrijker. Het kunnen beheersen van zowel kwaliteit van zorg als de kostprijs daarvan vraagt een andere zienswijze en nieuwe vaardigheden van zorgmanagers en professionals. De vraag is: hoe kunnen vraaggestuurde zorgprocessen zo worden ingericht, gemanaged en uitgevoerd dat kwaliteit en efficiency in balans zijn en beide worden gegarandeerd?In dit boek beschrijft de auteur de implementatie van Planning en Control als besturingssysteem in de zorgsector. De sleutelbegrippen hierbij zijn: bedrijfsmatig benaderen en concretiseren van zorgprocessen. Het blijft niet bij theorie: de auteur beschrijft juist ook concrete instrumenten om de productiviteit van de zorginstelling of de zorgprocessen te onderzoeken en te managen.
Gezondheidsvoorlichting en ¿bevordering (GVO) en preventie vormen samen een specifieke verpleegkundige competentie. In deze praktische handleiding komen alle aspecten van (groeps)voorlichting aan bod. Het boek gaat uit van de huidige praktijk van gezondheidsvoorlichting door verpleegkundigen. Door de vele voorbeelden in dit boek kan elke verpleegkundige situaties en problemen uit de eigen beroepspraktijk herkennen. Er is gekozen voor een praktische benadering. Zo behandelt het boek de actiepunten voor het verzorgen van een voorlichtingsbijeenkomst en het ontwikkelen van een lokaal gezondheidsproject. Door de methodische benadering en het presenteren van evidence en good practice levert het boek een bijdrage aan de verdere professionalisering van de verpleegkundige op het gebied van gezondheidsvoorlichting. Voorbeelden en interviews maken de theorie van gezondheidsvoorlichting inzichtelijk en praktisch bruikbaar. Programmavoorbeelden, evaluatieformulieren en checklists zijn opgenomen als hulpmiddelen voor de verpleegkundige praktijk. Met dit boek kan de verpleegkundige direct aan de slag.
Mensen met niet-aangeboren hersenletsel leefden vóór hun letsel veelal midden in de maatschappij. Het letsel vormt een duidelijke breuk in hun levensloop. Er is het leven van vóór en van ná het letsel. Wat betekent het voor hen om na het letsel een andere rol te hebben in gezin, werk en maatschappij? Welke rol kan de sociaal-pedagogische hulpverleners bij de begeleiding spelen? Inzicht in het functioneren, de oorzaken en gevolgen van hersenletsel zijn van groot belang voor een respectvolle benadering.Het cahier Mensen met een niet-aangeboren hersenletsel is geschreven voor mensen die (gaan) werken met cliënten met een niet-aangeboren hersenletsel of die interesse hebben in deze doelgroep, in eerste instantie sociaal-pedagogische hulpverleners. Aan de orde komen het functioneren van de hersenen, wat het begrip `niet-aangeboren hersenletsel¿ inhoudt en de gevolgen die verschillende soorten letsel kunnen veroorzaken. Ieder mens is uniek en ook het letsel en de gevolgen ervan zijn dat.
Sign up to our newsletter and receive discounts and inspiration for your next reading experience.
By signing up, you agree to our Privacy Policy.